⌂GlucoHorse

Hoe help ik mijn paard tijdens een koudegolf?

We beleven een koudegolf. Dat is jaren geleden, en bij min vijf tot min vijftien is het voor de meeste mensen bibberen geblazen. Paarden daarentegen hebben weinig last van de kou. Toch zijn er bij dit soort extreme weersomstandigheden een paar zaken die je als eigenaar goed in de gaten moet houden.

GlucoHorse | Een paard, voskleurig, eet hooi. Sneeuw ligt op zijn rug en zijn manen.

Paarden kunnen lage temperaturen prima verdragen, zolang ze maar goed in hun winterhaar staan, en over voldoende ruwvoer beschikken.

Comfortabel

Paarden kunnen lage temperaturen prima verdragen. Meer nog, wat mensen "koud" noemen vinden paarden net prettig. De gemiddelde mens voelt zich op zijn best bij pakweg plus 20 tot plus 25 graden. Voor paarden is dat eigenlijk al te warm. Die voelen zich pas écht comfortabel als het kwik naar tien tot nul graden zakt. Dat is ook de reden waarom paarden 's winters "fris" zijn. Fris betekent in die context niets anders dan actiever, drukker (en soms ook vervelender). En dat heeft er gewoon mee te maken dat paarden zich net bij die lagere temperaturen extra alert en levendig voelen.

Min veertig

Volgens onderzoekers kunnen paarden zonder beschutting temperaturen tot min 18 graden verdragen. Met iets van beschutting, een haag bijvoorbeeld, of wat lage bomen en struiken, tot min 40 (!). Brrr. Let wel, het gaat dan om volwassen, gezonde paarden, die dik in hun winterhaar staan. Jonge paarden, oude paarden en dieren met een onderliggende ziekte hebben minder weerstand tegen de kou. Paarden die weinig of geen winterhaar hebben, omdat ze bijvoorbeeld geschoren zijn of al heel vroeg in het najaar een deken op krijgen, vallen helemaal uit de toon. Die krijgen het al koud als de temperatuur onder tien graden zakt.

Evolutie

Dat paarden zo goed met kou kunnen omgaan heeft met hun evolutie te maken. Paarden hebben zich over miljoenen jaren aan een koud klimaat aangepast. Hun hele lichaam is erop gericht om koude buiten te houden, en warmte te produceren. Koude buiten houden doen ze met hun wintervacht, warmte produceren gebeurt via de spijsvertering.

Winterhaar

Zodra de dagen korten beginnen paarden een wintervacht aan te maken. Winterhaar bestaat uit een combinatie van kort fijn en langer dik haar. Het heeft een ongelofelijk isolerend vermogen. Valt er bijvoorbeeld sneeuw op de huid van een mens, dan zal die sneeuw metéén smelten. Valt er sneeuw op de wintervacht van een paard, dan blijven de vlokken gewoon liggen. Winterhaar houdt namelijk de lichaamswarmte zodanig goed vast dat er nauwelijks warmte ontsnapt, de sneeuw niet opwarmt en dus ook niet gaat smelten. Paarden hebben trouwens een reflex die bij forse kou de haren rechtop doet staan. Op die manier houden ze meer lucht vast, wat de isolatie nog verbetert. Precies dezelfde reflex veroorzaakt bij mensen kippenvel.

Fermentatie

Een wintervacht die fantastisch isoleert, maar omgekeerd beschikken paarden ook over een systeem dat vrijwel constant warmte opwekt. Dat heeft met hun spijsvertering te maken. Paarden verteren hun krachtvoer in de maag en de dunne darm, maar hun ruwvoer in de blinde en de dikke darm. Ruwvoer verteren gebeurt door middel van fermentatie, wat betekent dat bacteriën, schimmels en protozoa het ruwvoer afbreken. De vezels worden omgezet in vluchtige vetzuren, die als energie kunnen worden gebruikt. Tijdens dat proces wordt ook warmte geproduceerd. Nu is warmte een bijproduct van om het even welke vertering, maar bij vertering door middel van enzymen, zoals dat met krachtvoer in de maag en de dunne darm gebeurt, komt maar heel weinig warmte vrij. Fermentatie daarentegen produceert veel meer warmte, plus, het is een traag en langdurig proces, dat vrijwel onafgebroken doorgaat. Kortom, paarden hebben hun eigen warmtebron, die warmte levert en blijft leveren zolang ze over voldoende ruwvoer beschikken.

Aandachtspunten

Alles bij elkaar zijn paarden uitstekend gewapend tegen lage temperaturen. Toch zijn er een paar punten die je als eigenaar in de gaten moet houden. We zetten ze hier op een rijtje.

  • Zorg ervoor dat je paard genoeg drinkt

    Het klinkt misschien vreemd, maar net 's winters is het erg belangrijk dat je paard voldoende drinkt. Tijdens de lente en zomer bestaat het ruwvoer van je paard grotendeels uit jong en vers gras. Dat heeft een vochtgehalte van 60 tot 80%. Tijdens de herfst en winter wordt overgeschakeld naar voordroog en hooi, met een vochtgehalte tussen 15 en 30%. Wat automatisch betekent dat je paard via zijn ruwvoer veel minder vocht opneemt, en dus meer zal moeten drinken. Daar komt nog bij dat paarden koud water niet echt smakelijk vinden, en bij koud weer geneigd zijn om minder te drinken. Zorg er dus voor dat je paard voldoende water aangeboden krijgt, en dat het water een temperatuur heeft van om en bij de 10 graden.

  • Geef je paard meer ruwvoer

    Hoe kouder het wordt, hoe meer energie paarden moeten opnemen om hun lichaamstemperatuur en conditie op peil te houden. Veel mensen denken dat extra krachtvoer aangewezen is. Dat is niet het geval. Krachtvoer levert energie, daar niet van, maar ruwvoer levert niet alleen energie maar ook extra warmte. Het is dan ook verstandig om je paard tijdens koude periodes meer ruwvoer te voeren.

  • Zorg voor een droge schuilplaats

    Paarden kunnen extreme kou goed verwerken. Vooral als het om droge koude gaat. Natte koude ligt iets moeilijker. IJsregen en natte sneeuw dringen misschien niet door tot op de huid, maar leggen wél de winterharen plat, waardoor het isolerend vermogen sterk vermindert. Als puntje bij paaltje komt kan een paard (droge) sneeuw bij min 20 beter verdragen dan aanhoudende ijsregen bij nul graden. Daarom is het een goed idee om voor een droge schuilplaats te zorgen, waar je paard beschutting vindt tegen regen en nattigheid.

  • Wees voorzichtig met dekens

    Voor een gezond paard dat dik in zijn winterhaar staat heeft een deken geen enkele meerwaarde. Dat ligt anders bij paarden die (zeer) oud zijn, of een onderliggend gezondheidsprobleem hebben. In die gevallen kan het gebruik van een deken wel degelijk zinvol zijn, maar het is niet zo gemakkelijk om de juiste keuze te maken. Dekens bestaan in verschillende kwaliteiten, vanaf licht (0-100 gram/m2) over medium (100-300 gram/m2) tot dik (300-500 gram/m2). Mensen zijn geneigd om een dik deken te gebruiken, maar net dikke dekens zijn zwaar, en duwen het winterhaar helemaal tegen de huid aan. Dat zorgt voor minder isolatie, zodat het voordeel van een deken voor een groot stuk verloren gaat. In de meeste gevallen is het beter om voor een medium of zelfs een licht deken te kiezen. Op die manier blijft het winterhaar min of meer normaal functioneren, en zorgt het deken voor extra bescherming.

Share on Facebook
Tweet
Pin it
Send email