Bij diabetes, ofwel suikerziekte, reageert het lichaam niet of nauwelijks op insuline. Artsen spreken dan over insulineresistentie. Insuline is een hormoon dat de verwerking van suiker regelt. Als het lichaam niet "luistert" naar insuline, komt er teveel suiker in het bloed.
Er bestaan twee vormen van diabetes. Diabetes type 1 is aangeboren. Diabetes type 2 daarentegen ontstaat meestal pas op latere leeftijd. Ook diabetes type 2 heeft een genetische achtergrond, maar is toch vooral het gevolg van zaken als overgewicht, ongezonde voeding, en een gebrek aan beweging.
Onderzoekers aan de universiteit van New Orleans (USA) bestudeerden of dagelijks gebruik van glucosamine een effect heeft op het ontstaan van diabetes type 2. Daarvoor maakten ze gebruik van de UK Biobank, een databank met gegevens van 404.508 deelnemers, die bij aanvang van de studie vrij waren van diabetes, kanker en hart- en vaatziekten. Na een observatieperiode van gemiddeld acht jaar werden 7.228 gevallen van diabetes type 2 vastgesteld. De onderzoekers corrigeerden hun resultaten voor factoren als leeftijd, geslacht, BMI, afkomst, en levensstijl. Daarna stelden ze vast dat deelnemers die regelmatig glucosamine gebruikten 17% minder kans hadden om diabetes type 2 te ontwikkelen (link).
Dit was een onderzoek naar diabetes type 2 bij mensen. Bij paarden zou je een parallel kunnen trekken met EMS (Equine Metabolic Syndrome) of IR (Insuline Resistentie). Paarden met EMS of IR zouden dus wel eens baat kunnen hebben bij glucosamine, maar verder onderzoek zal dat moeten bevestigen.
Bij artrose wordt het laagje kraakbeen van een gewricht aangetast. Dat kraakbeen slijt gaandeweg af, tot het nagenoeg volledig verdwijnt. Op röntgenbeelden is kraakbeen zelf niet zichtbaar. Artsen zien echter wél een spleet tussen de twee botten van het gewricht. Bij artrose wordt die spleet alsmaar dunner, wat betekent dat het kraakbeen verdwijnt. Gebruik van glucosamine stopt de slijtage van het kraakbeen. Tenminste, dat is de conclusie van een dubbel blind placebo gecontroleerd onderzoek dat werd opgezet door wetenschappers van het Instituut voor Reumatologie in Praag. Het onderzoek volgde 202 proefpersonen, en liep over drie jaar. Bij de personen die een placebo kregen werd de gewrichtsspleet gemiddeld 19 mm nauwer. In de groep die glucosamine kreeg daarentegen bleef de gewrichtsspleet nagenoeg gelijk. Daarnaast werd in de glucosaminegroep significant minder pijn en functieverlies gezien. Dit onderzoek werd uitgevoerd bij mensen. Je kunt de conclusies niet automatisch doortrekken naar de paarden. Toch is het interessant om vast te stellen dat glucosamine ook over een langere periode in staat lijkt om de progressie van artrose te stoppen (link).
Kunnen paarden besmet raken met het coronavirus ? Wel, het hangt er van af over welk coronavirus je praat. CoVID19, het coronavirus dat nu onder mensen een pandemie veroorzaakt, is namelijk maar één van de vele bekende coronavirussen. Lees hier meer =>.
Hart- en vaatziekten kunnen tot allerhande medische incidenten leiden. Denk maar aan beroertes, hartinfarcten, hartfalen en eventueel overlijden. Onderzoekers van de Tulane University (New Orleans, VS) bekeken of het regelmatig gebruik van glucosamine een invloed heeft op het al dan niet optreden van dergelijke incidenten. De onderzoekers maakten voor hun studie gebruik van de UK Biobank, een databank waarin de medische gegevens van ruim 500.000 personen zijn opgenomen. De Amerikanen kwamen tot de vaststelling dat glucosamine het globale risico op cardiovasculaire incidenten met zo'n 15% verlaagt. Met andere woorden, mensen die regelmatig glucosamine gebruiken hebben 15% minder kans om een cardiovasculair incident mee te maken dan mensen die dat niet doen. Specifiek voor beroertes lag het risico 9% lager, voor coronair lijden (vernauwing van de kransslagaders) 18% lager, en voor sterfte 22% lager.
Dit onderzoek werd uitgevoerd bij mensen, en er bestaat geen absolute garantie dat glucosamine bij paarden hetzelfde effect heeft. Toch suggereert deze studie nog maar eens dat de positieve effecten van glucosamine zich niet beperken tot het gewrichtskraakbeen (link).
De Nederlandse webwinkel Horsefitshop biedt zijn klanten HFS Glucosamine Complex aan. Een glucosaminesupplement dat volgens de webshop biergist, chondroïtine, dextrose, glucosamine, magnesiumcitraat, mangaan, msm, en vitamine C bevat. Klinkt indrukwekkend, en dat is ongetwijfeld ook de bedoeling, maar wie het etiket nader bestudeert komt tot de vaststelling dat HFS Glucosamine Complex maar liefst voor 79.70% uit dextrose bestaat. Dextrose is pure suiker. Omgekeerd valt de hoeveelheid glucosamine behoorlijk tegen. HFS Glucosamine Complex bevat welgeteld 2% glucosaminesulfaat. Wie de aanbevolen dosering van 5 gram aanhoudt, geeft zijn paard precies 0.1 gram glucosaminesulfaat per dag. Ter vergelijking, GlucoHorse levert 11.30 gram per dag.
Krijgen jonge paarden gewrichtsproblemen, dan is dat meestal het gevolg van overbelasting of van een trauma (blessure). Er ontstaat irritatie, en vervolgens een niet-bacteriële ontsteking in het gewricht. Zo'n ontsteking veroorzaakt pijn, zwelling en uiteindelijk functieverlies. Onderzoekers van de A&M University (Texas) bekeken of preventief glucosamine voeren de gevolgen van gewrichtsontsteking kan beperken.
Veertien jaarlingen werden opgedeeld in twee groepen. De eerste groep kreeg standaard voer, de tweede groep kreeg daar dagelijks een dosis glucosamine bovenop. Het ging om vegetarische glucosamine, dat wil zeggen glucosamine van plantaardige oorsprong.
Na 84 dagen werd bij alle paarden rechtstreeks in het spronggewricht lipopolysaccharide ingespoten. Lipopolysaccharide is een stof die een forse ontstekingsreactie uitlokt. De wetenschappers onderzochten vervolgens de samenstelling van de gewrichtsvloeistof 6, 12, 24, 168 en 336 uur na de injectie.
Dat leverde een paar interessante vaststellingen op. In de glucosaminegroep bijvoorbeeld lag de hoeveelheid prostaglandine E2 veel lager dan in de controlegroep. De prostaglandine E2 verdween ook veel sneller. Prostaglandine E2 is een hormoon dat een rol speelt bij ontstekingsreacties. Hoe hoger de concentratie, hoe ernstiger de ontsteking is. Daarnaast werd in de glucosaminegroep ook een veel lagere hoeveelheid C2C gemeten. C2C is een enzyme dat kraakbeen afbreekt. En tenslotte was in de glucosaminegroep de concentratie aan CP2 veel hoger. CP2 is een biomarker die wijst op de opbouw van kraakbeen.
Conclusie ? Jonge paarden preventief glucosamine voeren kan de ontstekingsreactie na bijvoorbeeld een blessure sterk beperken, en het herstel van het kraakbeen bevorderen. (link)
Glucosamine wordt vrijwel uitsluitend gebruikt als ondersteuning van de gewrichten. Toch hebben klanten GlucoHorse ook wel eens bij peesblessures ingezet, met goede resultaten. Zo vreemd is dat niet. Puur theoretisch zou glucosamine een positief effect moeten hebben op alle bindweefsels. Dus niet alleen op het gewrichtskraakbeen, maar ook op pezen en ligamenten. Alleen, daar bestond tot nog toe geen wetenschappelijk bewijs voor.
Wetenschappers aan de Gazi universiteit van Ankara (Turkije) wilden er meer over weten, en bekeken wat er gebeurt als je ratten met een peesblessure glucosamine voert. Het ging om een groep van dertig laboratten waarvan de achillespees eerst werd doorgeknipt, en daarna chirurgisch gerepareerd. De ratten werden vervolgens willekeurig opgedeeld in twee groepen. Groep A kreeg iedere dag glucosamine bij het voer, groep B kreeg een placebo. Na 4, 8 en 12 weken werden uit iedere groep telkens 5 ratten geëuthanaseerd. De onderzoekers bestudeerden de achillespees onder de microscoop, en stelden vast dat er bij dieren van groep A (glucosaminegroep) minder ontstekingsverschijnselen waren, en dat de pees zich beter herstelde dan bij dieren van groep B (placebogroep). Dat verschil was statistisch significant. Daarnaast werd getest hoeveel trekkracht de pees kon doorstaan. Na acht weken was de pees bij dieren van groep A al duidelijk sterker dan bij dieren van groep B, en na 12 weken was ook dat effect statistisch significant. De onderzoekers schreven in hun conclusie dat glucosamine zorgt voor een beter herstel van de Achillespees bij laboratten.
Dat klinkt bijzonder interessant, maar het is verstandig om voorzichtig te blijven met de resultaten van dit onderzoek. Het ging namelijk om een blessure die kunstmatig was veroorzaakt, en waarschijnlijk is dat qua genezing niet precies hetzelfde als een 'natuurlijke' peesblessure. Toch is de kans reëel dat glucosamine bij peesblessures een positief effect heeft, maar er is meer onderzoek nodig voor we dat definitief kunnen zeggen.
Aan de universiteit van Utrecht (in samenwerking met Gent en Montréal) werd in 2013 een dubbel blind placebo gecontroleerd onderzoek uitgevoerd bij 24 oude paarden. Senioren is een betere term, want de gemiddelde leeftijd was 29 jaar. De paarden bewogen zich stijf, onregelmatig, tot licht kreupel. De dieren werden in twee groepen opgedeeld. Over een periode van drie maand kreeg de eerste groep een (vloeibaar) supplement. Het ging om een mengproduct dat uit glucosamine, chondroïtine en msm bestond. De tweede groep kreeg een placebo. Wat bleek ? Het supplement had geen enkel effect. De behandelde paarden gingen niet ruimer lopen, en qua buiging van de gewrichten was er al evenmin verbetering te zien. Integendeel, de placebogroep deed het op een aantal punten zelfs beter dan de behandelde groep. (link)
Dit onderzoek toont aan dat mengproducten (glucosamine-chondroïtine-msm) niet werken bij paarden. Waarom niet ? Op die vraag geeft het onderzoek geen antwoord. Logischerwijs kun je echter veronderstellen dat msm de werking van glucosamine niet versterkt, maar net verhindert. Een gelijkaardig effect werd eerder al vastgesteld voor chondroïtine.
Glucosamine wordt bij import in Europa door officiële instanties gecontroleerd. Elk ingevoerd product moet de Europese normen eerbiedigen, maar de controles variëren sterk van land tot land. De glucosamine die in GlucoHorse wordt verwerkt, wordt via het United Kingdom ingevoerd, en voldoet dan ook aan de invoercontroles van het United Kingdom. Dat zijn de strengste controles die in Europa worden uitgevoerd. De Britse controles zijn strenger dan de Belgische, en veel strenger dan de Nederlandse controles in dat verband.
Glucosamine wordt dikwijls in combinatie met chondroïtine gebruikt. Dat is geen goed idee. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat chondroïtine de opname van glucosamine verstoort. Glucosamine is een relatief kleine molecule, die redelijk goed door het lichaam wordt opgenomen. Chondroïtine daarentegen heeft een groot moleculair gewicht, en wordt niet of erg slecht door het lichaam opgenomen. Wetenschappers bekeken wat er gebeurt als je glucosamine en chondroïtine samen inneemt. Ze stelden vast dat de aanwezigheid van chondroïtine de opname van glucosamine grondig verstoort. Worden glucosamine en chondroïtine samen ingenomen, dan vermindert de opname van glucosamine met ruim 40%. (link)
Bij artrose wordt het gewrichtskraakbeen over de loop der jaren afgebroken, en uiteindelijk vernietigd. Dat heeft voor gevolg dat het gewricht slecht functioneert, en bewegen uiterst pijnlijk wordt. Glucosamine houdt die afbraak tegen. Dat hebben wetenschappers aan de universiteit van Montréal vastgesteld. De onderzoekers volgden zo'n zeshonderd patiënten over een periode van twee jaar. Bij patiënten die dagelijks glucosamine gebruikten werd er significant minder gewrichtskraakbeen afgebroken. Dat verschil was niet merkbaar op klassieke rx-foto's, maar werd duidelijk gemaakt dankzij MRI-beelden. (link)
Glucosamine verlengt de levensduur. Bij oudere muizen dan toch. Dat hebben Duitse en Zwitserse wetenschappers aangetoond door middel van een dubbel blind placebo gecontroleerd onderzoek. Het effect was niet min. Oudere muizen die dagelijks glucosamine kregen leefden zo'n vijftien weken langer dan muizen die het zonder glucosamine moesten doen. Nagenoeg tien procent (!) langer dan de gemiddelde levensduur. In mensentermen spreek je dan over zeven tot acht jaar. Precies hetzelfde effect werd eerder al vastgesteld bij wormpjes (Caenorhabditis elegans). Dat glucosamine het leven verlengt klinkt misschien te mooi om waar te zijn, maar neen, het gaat hier niet om een derderangs onderzoek, afkomstig van de één of andere dubieuze supplementen-fabrikant. Integendeel. De studie was wetenschappelijk bijzonder goed opgezet, werd uitgevoerd door bekende wetenschappers in Duitsland en Zwitserland, en gefinancierd door de Duitse overheid. De resultaten werden trouwens gepubliceerd in Nature Communications, één van de meest invloedrijke wetenschappelijke tijdschriften.
Kortom, een studie om serieus te nemen, maar hoe komen onderzoekers op het idee om bij glucosamine een levensverlengend effect te gaan zoeken ? Dat heeft te maken met een groot epidemiologisch onderzoek uit 2010, waarbij het supplementengebruik van 77.719 Amerikaanse burgers werd bekeken. De bedoeling was om na te gaan of het gebruik van voedingssupplementen een positief effect heeft op de levensverwachting. Alleen bij glucosamine en chondroïtine was dat het geval. Omdat beide supplementen dikwijls samen worden gebruikt was het echter moeilijk om een onderscheid te maken.
Terug naar het Duits/Zwitsers onderzoek, dat onder leiding stond van Michael Ristow, professor aan de universiteit van Jena en het Federaal Instituut voor Technologie van Zürich. Niet alleen kon Ristow aantonen dat glucosamine het leven van oudere muizen verlengt, hij kreeg ook een goed idee van het mechanisme achter dat effect. Het onderzoek leverde daarvoor een aantal duidelijke aanwijzingen. Volgens Ristow imiteert glucosamine een suikerarm dieet. De muizen kregen een normale voeding, maar mét glucosamine reageerde hun lichaam alsof het weinig koolhydraten kreeg. Zo hadden de muizen in de glucosaminegroep constant een lagere bloedsuikerspiegel dan de muizen in de controlegroep. Ze produceerden meer lichaamseigen anti-oxidanten, en hun eiwitmetabolisme ging veel efficiënter werken. Op die manier bleven de muizen langer in goede conditie, en werden ze beschermd tegen ouderdomsziektes zoals atherosclerose en diabetes. Dat leidde uiteindelijk tot een levensverlenging van zo'n tien procent. Het complete artikel, zoals het in Nature Communications werd gepubliceerd, vind je hier : link.
Mensen (en paarden) met artrose krijgen dikwijls ontstekingsremmers voorgeschreven. Op langere termijn kan dat kwalijke bijwerkingen hebben. Vooral het spijsverteringsstelsel (maagzweren,darmbloedingen) en de nieren kunnen schade oplopen. Wetenschappers uit Limoges (Fr) bestudeerden wat er gebeurt als mensen naast hun klassieke medicatie ook glucosamine gebruiken. De onderzoekers bekeken de gegevens van twee groepen patiënten over een periode van een jaar. In beide groepen namen de proefpersonen ontstekingsremmers, maar in één van de twee groepen gebruikten ze daarnaast ook een glucosaminesupplement. De wetenschappers stelden vast dat patiënten uit de glucosaminegroep significant minder ontstekingsremmmers nodig hadden om goed te blijven functioneren. Daarenboven waren in diezelfde groep significant méér patiënten in staat om de ontstekingsremmers volledig achterwege te laten. Het onderzoek dateert van november 2013. (link)
Wetenschappers aan de universiteit van Kopenhagen (Denemarken) onderzochten wat er gebeurt als je mensen met artrose stevig laat trainen. Training maakt de spieren sterker. Dat is van belang bij artrose, omdat sterke spieren de verminderde werking van een gewricht voor een stuk kunnen compenseren. Maar wat gebeurt er ondertussen met het gewrichtskraakbeen ? De wetenschappers verdeelden hun proefpersonen in drie groepen. Alle groepen volgden hetzelfde trainingsregime, maar de eerste groep kreeg glucosaminesulfaat, de tweede groep ibuprofen (een niet-steroïdale ontstekingsremmer), en de derde groep een placebo. Na twaalf weken training konden alle proefpersonen meer kracht ontwikkelen dan voorheen. Of ze glucosaminesulfaat, ibuprofen of placebo hadden gekregen, speelde daarbij geen rol. Dat was te verwachten, maar de onderzoekers bekeken nog andere parameters. Zoals COMP (Cartilage Oligomeric Matrix Protein) bijvoorbeeld. COMP is een eiwit, dat als biomarker dienst doet. Wordt gewrichtskraakbeen afgebroken (zoals dat bij artrose het geval is), dan komt er COMP vrij in het bloed. Hoe sneller die afbraak gebeurt, hoe meer COMP er in het bloed aanwezig is. Bij proefpersonen die ibuprofen of placebo kregen bleef het COMP-niveau nagenoeg ongewijzigd. In de glucosaminegroep daarentegen was het COMP-niveau na twaalf weken duidelijk gedaald. Het verschil was statistisch significant. Met andere woorden, glucosamine in combinatie met training zorgt ervoor dat bij artrose de afbraak van gewrichtskraakbeen wordt afgeremd. Het ging hier om een onderzoek bij mensen, wat niet garandeert dat hetzelfde effect zich ook bij paarden voordoet, maar toch is dit een interessant resultaat. (link: Glucosamine but not ibuprofen alters cartilage turnover in osteoarthritis patients in response to physical training)
Glucosamine is veilig in het gebruik. Dat was al langer bekend, maar tijdens een recente studie die werd uitgevoerd in Lissabon, hebben wetenschappers bekeken of het gebruik van glucosamine op lange termijn nadelig kan zijn voor hart en bloedvaten. Er bleek geen enkel risico te bestaan. Glucosamine heeft geen negatief effect op de hartslag, de bloeddruk, het cholesterolniveau en de bloedsuikerspiegel. Zelfs niet bij mensen die bij aanvang van de studie een verhoogd cholesterolniveau of een verhoogde bloedsuikerspiegel hadden. (link)
In ROS magazine verscheen een interview met Annet. Annet vertelt over haar Tinker Blackstar, en haar ervaringen met GlucoHorse. Lees hier het interview : link.
Veel eigenaars van paarden met gewrichtsproblemen staan huiverig tegenover het gebruik van glucosamine, omdat ze bang zijn op die manier insulineresistentie in de hand te werken. Daar is geen reden toe. Wetenschappers verbonden aan de Escuela Nacional de Ciencias Biólogicas (Mexico), de Nationale School voor Biologische Wetenschappen, onderzochten welke rol glucosamine speelt bij het ontstaan van insulineresistentie. Het opzet van de studie was vrij eenvoudig. Twee groepen proefratten kregen een extreem energie- en vetrijke voeding. Het is bekend dat zo'n voeding insulineresistentie in de hand werkt, of toch minstens bepaalde effecten uitlokt, die sterk aan insulineresistentie doen denken. Eén van de twee groepen kreeg echter samen met de vetrijke voeding ook glucosamine toegediend. Daarnaast waren er nog twee controlegroepen, die een normale voeding kregen. Toen de onderzoekers na 21 weken parameters als bloedsuiker-, insuline- en leptinespiegels gingen meten, kwamen ze tot opmerkelijke vaststellingen. In vergelijking met de controlegroep waren de suiker- en insulinespiegels van de ratten die op een vetrijk dieet stonden duidelijk verhoogd. Dat viel te verwachten, alleen, in de groep die terzelfdertijd ook glucosamine kreeg was het effect helemaal niet te zien, of toch veel minder uitgesproken aanwezig. Daarnaast bleef in deze groep ook de leptinespiegel binnen de perken, en werd er minder visceraal vet aangezet. Voor de Mexicaanse onderzoekers was de conclusie duidelijk : glucosamine onderdrukt insulineresistentie veroorzaakt door een vetrijke voeding bij proefratten. Glucosamine beschermt dus tegen insulineresistentie. Bij proefratten tenminste, wat nog niet garandeert dat hetzelfde effect zich ook bij paarden voordoet, maar het blijft hoe dan ook een interessant gegeven. (link)
Wetenschappers van de Juntendo Universiteit (Chiba, Japan) onderzochten wat er gebeurt als voetballers glucosamine gebruiken (link). Het ging om studenten die vijf dagen per week twee uur trainden, en op zondag een competitiematch speelden, wat een stevig regime mag worden genoemd. Voetbal is een bewegingssport, die de gewrichten behoorlijk belast. Wordt gewrichtskraakbeen afgebroken, dan komt in de urine een biomarker vrij, met name CTX-II. Wordt kraakbeen opgebouwd, dan verschijnt een andere marker, namelijk CPII. Onder normale omstandigheden houden beide processen elkaar in evenwicht. Dat vonden de Japanse onderzoekers ook bij hun controlegroep terug. Bij de voetballers daarentegen was de productie van zowel CPII als CTX-II verhoogd, maar de verhouding tussen beiden was verstoord. Er werd significant meer CTX-II gevonden, wat suggereert dat er meer gewrichtskraakbeen werd afgebroken dan opgebouwd. De wetenschappers bestudeerden wat er gebeurde als de voetballers over een periode van drie maand dagelijks glucosamine kregen. Het effect was duidelijk. De concentratie van de 'slechte' merker CTX-II viel significant terug, zodat de verhouding tussen afbraak en opbouw verbeterde. Werd het gebruik van glucosamine stopgezet, dan steeg het niveau van CTX-II opnieuw naar zijn oorspronkelijk hoog niveau. Conclusie van de onderzoekers : een dagelijkse dosis glucosamine beschermt de gewrichten van actieve voetballers. Met andere woorden, als de gewrichten zwaar worden belast, zoals dat bij bepaalde sporten gebeurt, heeft het wel degelijk zin om glucosamine preventief te gebruiken. De resultaten van een onderzoek bij mensen kunnen niet zonder meer naar paarden doorgetrokken worden, maar de bewijzen voor een preventieve werking van glucosamine stapelen zich hoe langer meer op.