In dit stuk lees je alles over mok. Alles? Ja, écht alles. Alleen is er over mok zoveel te vertellen, dat we het verhaal in drie stukken hebben opgedeeld. Het eerste deel gaat over de vraag hoe mok ontstaat, in het tweede deel hebben we het over de behandeling, en in het derde en laatste deel komt immuun gerelateerde mok aan bod.
Mok is een aandoening die frequent voorkomt. Met wat overdrijving kun je zeggen dat ieder paard er vroeg of laat wel eens mee te maken krijgt. Vooral in het najaar en de winter, als de weides nat en drassig zijn, en er veel regen uit de lucht valt. Het klinisch beeld is genoeg bekend: korsten en korstjes in de kootholte, met daarbij zwelling, etter, en soms jeuk. Mok is moeilijk te behandelen, en kan in ernstige gevallen leiden tot kreupelheid.
Wat is mok?Mok is een dermatitis, met andere woorden, een ontsteking van de huid. Een ontsteking van de huid, maar dan wel specifiek in de kootholte of op en rond de koot.
Huidontstekingen kunnen door een lange reeks verschillende ziektekiemen veroorzaakt worden. Denk daarbij aan bacteriën, schimmels of parasieten. De term mok maakt daar geen onderscheid in. Om het even over wat voor ziektekiem het gaat, zolang de ontsteking zich in de kootholte of op de koot voordoet, spreken we over mok.
Natuurlijk, zo'n ziektekiem kan ook elders op het lichaam een huidontsteking veroorzaken. De ontsteking heet dan niet langer mok, maar krijgt een andere naam. De bacterie Dermatophilus congolensis bijvoorbeeld leidt in de kootholte tot mok, maar als precies hetzelfde beestje op de achterhand een huidontsteking veroorzaakt, hebben we het over rain rot.
Mok is een ontsteking van de huid op en rond de koot.
Op de huid van een paard leven allerhande micro-organismen. Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Op zich is dat geen probleem. De huid vormt namelijk een stevige barrière, die potentiële indringers tegenhoudt. Echter, als de opperhuid om de één of andere reden beschadigd raakt, kunnen zo'n organismen diepere huidlagen binnendringen. Dat resulteert in een ontsteking, en dat is precies wat er gebeurt bij mok.
VerwekingHoe raakt de huid beschadigd? Er zijn tal van mogelijkheden. In een grote meerderheid van de gevallen heeft het te maken met verweking, dat wil zeggen, de inwerking van vocht. Een natte weide, veel regen, plassen in de paddock, maar net zo goed overmatig wassen, het kan telkens leiden tot verweking van de huid.
ZonnebrandVerweking is niet de enige boosdoener. Hoewel mok typisch opduikt in de herfst en de winter, komt het sporadisch ook in de zomer voor. In dat geval wordt de huid beschadigd door zonnebrand. Paarden met witte hoeven en een roze huid zijn gevoeliger voor verbranding, en binnen die context ook voor mok.
Extra gevoeligheid voor zonlicht kan trouwens ontstaan door contact met of het eten van fototoxische planten. Sint Janskruid bijvoorbeeld, boekweit, luzerne of basterdklaver. Basterdklaver (link) kan bijzonder giftig zijn voor paarden. Waarschijnlijk heeft dat niet direct met de plant zelf te maken, maar wel met een schimmel die bij natte omstandigheden op de klaver groeit. Die schimmel produceert mycotoxines (link), die op hun beurt leverbeschadiging veroorzaken.
IncidentenNaast verweking en zonnebrand kan de huid ook beschadigd raken door een lange reeks toevallige incidenten. Denk daarbij aan insectenbeten, het schuren van zandkorrels, of contact met planten met doornen en stekels. Hoe hoger een paard in het bloed staat, hoe lichter behaard het is, en hoe gemakkelijker de huid gekwetst raakt.
SchurftmijtToch biedt een dikke beharing niet altijd en overal bescherming. Integendeel. Schurftmijt (chorioptes equi, sarcoptes scabiei equi) zoekt vooral paarden op met veel behang, zoals Friezen, Tinkers, en trekpaarden. Schurftmijten zijn spinachtige insecten, ongeveer een halve millimeter groot, die in en op de huid van het paard leven. De aanwezigheid van mijten lokt een (allergische) reactie uit, die meestal enorm veel jeuk veroorzaakt. Paarden stampen op de grond, proberen zichzelf te bijten, en gaan op alle mogelijke manieren schuren. Vreemd genoeg zijn er ook gevallen waar paarden wél besmet zijn met mijten, maar daar nauwelijks of niet op reageren.
Schurftmijten spelen dikwijls een rol bij het ontstaan van mok. Typisch voor schurftmijten zijn de schilfers in het haar, en de kale plekjes op het been.
Okee, maar wat hebben schurftmijten met mok te maken? Mijten beschadigen de huid. Dikwijls zie je alleen wat schilfers en korstjes op de benen, maar soms ook ronde kale plekken en open wondjes. Dat opent de deur voor ziektekiemen, die diepere lagen van de huid infiltreren, en op die manier mok veroorzaken. Kortom, een paard krijgt eerst schurft, en daar komt mok als een secundaire besmetting bovenop. Het is een scenario dat met grote regelmaat voorkomt, en dan vooral bij ernstige gevallen van mok.
ZiektekiemenLaten we maar eens aannemen dat de opperhuid van een paard verzwakt en beschadigd is geraakt. Voor ziektekiemen ligt de weg nu wijd open, maar welke ziektekiemen veroorzaken mok? Ook op dat niveau bestaat er enorm veel variatie.
BacteriënIn de meeste gevallen is er bij mok sprake van een bacteriële infectie. Met andere woorden, het zijn bacteriën die de huidontsteking veroorzaken. Welke bacteriën? Vroeger ging men er van uit dat het exclusief om Dermatophilus congolensis ging, de soort die ook rain rot veroorzaakt. Tegenwoordig weten we dat niet één bacterie, maar wel een mix van verschillende soorten verantwoordelijk is voor mok. Dermatophilus congolensis, jawel, maar ook Staphylococcus aureus en intermedius, Streptococcus equi en equisimilis, en soms Corynebacterium pseudotuberculosis. Voor de behandeling kan het nuttig zijn om uit te vissen uit welke bacteriën de mix precies bestaat.
SchimmelNiet alleen bacteriën, maar ook schimmelinfecties kunnen aanleiding geven tot mok. Het gaat dan om schimmels als Trichophyton equinum, maar ook Trichophyton mentagrophytes, Trichophyton verrucosum en Microsporum equinum. De huidletsels zien er meestal uit als cirkelvormige kale plekken, met schilfers en korstjes in het midden. De letsels worden katrienewielen genoemd, terwijl de aandoening ringworm heet, hoewel het met wormen niets te maken heeft. Schimmels kunnen bij een paard overal op de huid voorkomen, maar in de kootholte en op de koot vallen ze onder de noemer mok. Schimmelinfecties genezen veelal spontaan, maar dat kan één tot drie maand duren. Omdat ringworm erg besmettelijk is, voor andere paarden maar ook voor mensen, is het verstandig om een schimmelinfectie toch metéén te behandelen.
Paard met de typische ringvormige huidletsels die op ringworm wijzen. Ringworm is een schimmelinfectie die ook op de koot kan voorkomen, al zijn de letsels dan moeilijker te herkennen.
Uitzonderlijk kunnen ook parasieten huidontstekingen veroorzaken. Het gaat dan om larven van Pelodera strongyloides of van Strongyloides westeri.
Pelodera strongyloides zijn kleine wormen, ongeveer 1 tot 2 mm lang. Ze leven graag op een natte bodem in organisch afval. Dat kan eventueel ook het strooisel zijn in een slecht onderhouden stal. De wormen leven normaal gezien tijdens hun hele cyclus van larve naar worm als zelfstandige organismen. Soms echter dringen larven de huid van zoogdieren binnen, waar ze zich dan als parasieten gaan gedragen. Voor de gastheer resulteert dat in forse jeuk, uitslag, haaruitval en korstvorming.
Strongyloides westeri, beter bekend als veulenwormen, zijn relatief kleine haarwormen die tot maximaal 1 cm lang worden. Veulenwormen kennen een levenscyclus waarbij ze als larve oraal worden opgenomen door het veulen en via onder andere de longen uiteindelijk de dunne darm bereiken. In de de dunne darm groeien de larven uit tot volwassen wormen. De wormen leggen eitjes, die met de mest worden uitgescheiden, en zich opnieuw ontwikkelen tot larven. Dat is de normale gang van zaken, maar soms kunnen veulenwormen ook de huid penetreren. Als de besmettingsdruk groot is, en het veulen relatief veel tijd op stal spendeert, is de kans op een infectie van de huid groter.